Backpacken door Sri Lanka? Tips voor de ultieme route door Sri Lanka + bezienswaardigheden

Tips voor backpacken in Sri Lanka

Aansluitend op het backpacken door Zuidoost-Azië besloten we nog drie weken te gaan backpacken door Sri Lanka.
Sri Lanka is een veelzijdig land. Het land heeft een indrukwekkende cultuur en mooie natuurgebieden die worden afgewisseld met prachtige stranden.
We delen hier onze backpack route door Sri Lanka en vertellen je welke bezienswaardigheden wij hebben bezocht. Ook geven we tips voor heerlijke Sri Lankaanse gerechten!


Negombo

Ons toeristen visum (ETA) voor Sri Lanka hadden we tijdens het backpacken in Vietnam al geregeld. 
We waren blij dat we onze visa van te voren al hadden geregeld, want reizigers die nog geen visum hadden moesten in gesprek met de douane. 
 
Eenmaal buiten bij het vliegveld kwamen de taxi chauffeurs meteen op ons af gerend. Dit was hier dus niet anders dan in Zuidoost-Azië. 
We deelden de taxi met een andere backpacker, maar daardoor werd de prijs van de rit twee keer zo hoog, vreemd. Maar goed, we waren moe en we wilden graag naar het guesthouse in Negombo dat we al hadden geboekt. 

Colombo is de hoofdstad van Sri Lanka, maar het was ons aangeraden om deze drukke stad over te slaan en vanaf het vliegveld meteen naar Negombo te reizen. 
Negombo is verder niet een bijzondere stad om langer te blijven, maar een goede uitvalsbasis omdat het niet ver van het vliegveld ligt. 
 
De taxi chauffeur probeerde om te rijden om ons nog meer te laten betalen, toen besloten we de eigenaar van ons verblijf erbij te betrekken, in de hoop dat hij wel met de chauffeur kon communiceren. 
Later vertelde de eigenaar van het guesthouse ons dat hij aan de ogen van de taxi chauffeur zag dat hij een spelletje aan het spelen was. 
Door deze situatie zagen we weer in dat we altijd oplettend moesten blijven. 
Onze extra tip: Neem voorafgaand aan je reis contact op met de accommodatie die je hebt geboekt om je vlucht nummer en de aankomsttijd op het vliegveld door te geven. Vaak wordt er dan een betrouwbare pick-up gestuurd door de accommodatie (tegen betaling), maar je kunt hier natuurlijk ook zelf om vragen. 
 
Aangekomen bij het guesthouse Number 01 by Taprobane, kregen we een warm welkom van de host en zijn vrouw. Het guesthouse wordt vaak geboekt door backpackers 
De volgende morgen stond er een uitgebreid ontbijt voor ons klaar. Het was mango seizoen in Sri Lanka, dus we kregen verse mango en mango sap erbij.

Na het ontbijt gingen we met de fietsen van het guesthouse de stad Negombo verkennen. Eerst fietsten we naar The LagoonOnderweg kwamen we veel kleurrijke tuk tuk’s tegen. 
Bij The Lagoon waren er een paar locals aan het vissen vanaf hun kleine vissersbootjes. 
We hebben hier even op onze handdoek op het strand gezeten, maar we werden gek van de kleine beestjes die er zaten. 
We kregen van de host de tip om bij Al Maas Family Restaurant te eten, waar alleen maar Sri Lankanen zaten. Het eten hier was lekker en goedkoop. 
 

Anuradhapura

De volgende dag zijn we verder gereisd naar Anuradhapura. 
De host van het guesthouse in Negombo bracht ons ’s morgens vroeg naar het bus station in Grampana. Hij gaf ons nog wat bananen en mango’s mee voor onderweg. 
In Grampana hadden we 20 minuten om trein tickets te kopen naar Anuradhapura en een lunch te vinden. 
Onze lunch haalden we bij P&S, ook een tip van onze host uit Negombo. 
 
In de trein zaten we niet naast elkaar, omdat er overal maar één plek was.
Onderweg kwamen er verkopers langs met snacks. Kristel kreeg van het lokale meisje naast haar de tip om voor een typisch Sri Lankaanse snack te gaan: een balletje met kokos, kruiden en specerijen. 
Franklin kreeg wat te drinken aangeboden van de jongen naast hem. Tot nu toe waren de Sri Lankanen heel vriendelijk tegen ons! 
 
We kwamen er net op tijd achter dat we bij New Town uit moesten stappen. 
Onder een afdak stonden daar alle backpackers uit de trein bij elkaar. 
De meesten gingen, omdat het regende, met een tuk tuk naar hun verblijf, maar wij wachtten totdat het droog was zodat we konden gaan lopen. 
 
Aangekomen bij het guesthouse kregen we weer fietsen te leen, dachten we. Bij het uitchecken bleek dat we hier wel voor moesten betalen.  
Onze tip: Check voordat je gebruik maakt van de voorzieningen van een accommodatie eerst of het inclusief of exclusief de overnachting is. 
 
Er waren niet veel eettentjes in de omgeving van de accommodatie, dus we besloten om op Tripadvisor te zoeken en naar de nummer één op de lijst te gaan: Mango Mango. 
Mango Mango is een Sri Lankaans restaurant met een luxe uitstraling, maar de prijzen waren binnen ons backpackers budget. 
 
De volgende ochtend fietsten we naar de oude stad van Anuradhapura die vol staat met bezienswaardigheden. 
Anuradhapura was vroeger de hoofdstad van Sri Lanka, daarom werden hier veel tempels en stoepa’s gebouwd. Sommige gebouwen zijn nog in tact, andere zijn nu ruïnes.  
We bezochten onder andere Isurumuniya, de tempel die in een rots is gebouwd en Jaya Sri Maha Bodhi, een heilige boom die ondersteund wordt door gouden pilaren. Vanaf daar liepen we naar de Mirisaveti stoepa, een grote stoepa waar op dat moment een ceremonie gaande was. De Sri Lankanen waren allemaal in het wit gekleed en droegen een lang wit lint richting de stoepa. 
We vonden het indrukwekkend om zo’n ceremonie mee te maken. 
Er worden regelmatig ceremonies gehouden bij deze stoepa, dus als je geluk hebt, kun je er ook één mee maken! Houd als toeschouwer wel gepaste afstand.

Sigiriya 

De volgende dag gingen we lopend naar het bus station, waar we rond vraagden waar de bus naar Dambulla ging. 
Twee keer kregen we te horen dat die bus alleen vanaf het oude bus station ging en dat we  een tuk tuk naar dat bus station moesten nemen. 
Gelukkig trapten wij niet in deze truc om extra geld aan reizigers te verdienen. Wij wisten, dankzij de eigenaar van het guesthouse in Anuradhapura, dat daar de luxe bussen met airco gingen.  
We zagen twee andere backpackers en vroegen aan hen waar zij heen gingen, blijkbaar wilden zij ook naar Dambulla reizen. Tegen hen was gezegd dat ze daar moesten wachten en niet veel later kwam de oude lokale bus al aan. 
 
We zaten met z’n vieren achter in de bus en betaalden extra voor één stoel waar onze backpacks mochten staan. 
De chauffeur reed als een gek en we vlogen bijna van onze stoel af. Later kwamen we er achter dat alle bus chauffeurs in Sri Lanka als gekken rijden. 
De bus chauffeurs toeteren constant om te laten weten dat ze er aan komen en wijken nauwelijks uit voor tegenliggend verkeer. 
Het is vaak druk in de bussen waardoor je moet staan en een oksel van een Sri Lankaan in je gezicht krijgt en de radio staat vaak hard met Sri Lankaanse muziek door de speakers, maar deze dingen maken het backpack avontuur door Sri Lanka wel compleet, ha ha! 

In Dambulla namen we een tuk tuk naar La Hiru Homestay iSigiriya. 
 
In Sigiriya wilden we Pidurangala Rock beklimmen. Het uitzicht vanaf deze berg zou even mooi zijn als dat vanaf de toeristische Lion’s Rock. 
Na een goed ontbijt fietsten we op de fietsen van de homestay vol energie naar de Pidurangala Rock. Onderweg kregen we een regenbui op ons hoofd maar we lieten ons niet tegen houden en fietsten verder met onze regen poncho’s aan.  
 
Aangekomen bij de rots werd er ons verteld dat het door de regenval een moeilijke klim zou gaan worden. Ze boden ons daarom een gids aan.  
De eigenaar van de homestay had ons al verteld dat het pad na de liggende Buddha zou stoppen, maar dat er vanaf daar pijlen op de rotsen geverfd zijn. Als je de verkeerde kant op loopt, ga je de jungle in. We besloten zelf de rots te gaan beklimmen en op de geverfde pijlen onderweg te vertrouwen. 
Het eerste stuk was makkelijk, maar vanaf de Buddha was het alleen maar klimmen en klauteren. Toch was het pad duidelijk aangegeven door de geverfde pijlen op de rotsen. Het uitzicht was de klim dubbel en dwars waard!

We hebben een paar avonden tijdens ons verblijf in Dambulla bij de homestay gegeten. De moeder van het gezin maakte lekkere Sri Lankaanse maaltijden voor ons 
Het Sri Lankaanse ontbijt zat ook bij deze homestay inclusief de overnachting. 
We kregen ‘hoppers’, pannenkoekjes gemaakt van rijstmeel en kokosmelk met een gebakken ei, ‘string hoppers’, opgerolde pannenkoekjes gemaakt van rijst noedels met kokos en een grote kokosnoot die hier ook wel ‘king coconut wordt genoemd, een stuk groter dan de kokosnoot die we kenden uit Zuidoost-Azië! 
 
Extra tip van ons: Verblijf tijdens het backpacken in Sri Lanka bij een homestay. Je verblijft bij een familie, maar je hebt wel je eigen slaap- en badkamer. Bij de meeste homestays wordt het ontbijt en diner (tegen betaling) aangeboden.  
Wij kregen altijd heerlijke maaltijden voorgeschoteld en maakten op deze manier kennis met de Sri Lankaanse keuken. 
Daarnaast vonden we het fijn dat we ’s morgens en ‘s avonds niet altijd op zoek moesten naar een goed eettentje, waar we tijdens het backpacken soms wel vermoeiend vonden. 
 
Lunchen deden we een aantal keer bij het familie restaurant Pradeep. 
Het restaurant is aan het huis van de familie gebouwd. Overal op de muren mochten gasten iets schrijven over hun ervaring bij het restaurant.  
Franklin bestelde tijdens het backpacken in Sri Lanka vaak kothu, dat is gehakte roti met ei, roerbakgroenten en kruiden. Kristel koos regelmatig het gerecht chop suey, oftewel tjaptjoi, roerbakgroenten met rijst.  
 

Kandy

De host van de homestay in Sigiriya bracht ons met zijn tuk tuk terug naar het bus station Dambulla zodat we vanaf hier de bus naar Kandy konden nemen. De bus reis duurde zo’n 2,5 uur. 
In Kandy verbleven we bij Alex Homestay boven op een steile heuvel.  Deze homestay ligt ongeveer drie kilometer bij het centrum van Kandy vandaan. 
We werden door de host verwelkomd met thee en koekjes.  
Ook bij deze homestay hebben alle ochtenden dat we hier verbleven weer een heerlijk Sri Lankaans ontbijt gekregen. Franklin heeft hier zelfs geleerd om met zijn handen te eten zoals de Sri Lankanen dat doen. 

Met de lokale bus gingen we naar het centrum om vanaf daar naar de Tempel van de Tand te lopen. Deze tempel is een van de bezienswaardigheden van Kandy. 


Bij de entree van de Tempel van de Tand moesten we ook betalen voor de bewaring van onze schoenen, want die mag je niet aan in de tempel. 
Het is een groot complex, dat vooral druk bezocht wordt door Sri Lankanen. Voor hen is dit de belangrijkste spirituele plek in Sri Lanka. 
De tand van Buddha schijnt hier te liggen, vandaar ook de naam van de tempel. Deze legende wordt in de tempel met schilderingen afgebeeld. 
 
Na het bezoeken van de Tempel van de Tand liepen we naar het trein station om alvast treintickets naar Ella via Haputale te boeken. De trein reis van Kandy naar Ella staat bekend als één van de mooiste treinreizen ter wereld. 
Op het trein station werd ons verteld dat het hoogseizoen was en we de trein tickets niet van te voren konden boeken. We moesten op de dag zelf maar op tijd naar het station komen. 
De trein tickets zijn wel altijd beschikbaar, maar het kan zijn dat de trein zo vol is en je geen zitplaats hebt. Alleen mensen die 20 dagen van te voren reserveren hebben een vaste plek. 
 
De volgende dag bezochten we de Royal Botanic Gardens. Hier liepen we ongeveer 2,5 uur rond doordat er zo veel bijzondere plantensoorten te zien waren. 
Na een paar uur slenteren door de tuinen, dronken we bij Buono een goede kop koffie.  

Haputale

Toen we op het trein station aankwamen waren er voor zowel de 2e als voor de 3e klas waren alleen nog sta plaatsen beschikbaar. We zagen andere reizigers in de rij staan voor tickets voor de 2e klas, dus daar zou het vast ook druk worden, dachten we. 
Dus daarom kochten wij trein tickets voor de 3e klas.  
 
In de trein dachten we dat we meteen fijne plekken hadden gevonden, bleken we in de wagon met gereserveerde plekken te zitten.  
We renden snel de trein uit om een andere wagon in te gaan en vonden twee plekken tegenover elkaar. Een Sri Lankaanse vrouw gebaarde naar Kristel en bood haar een plek bij het raam aan. 
Uiteindelijk viel het ons wel mee met de drukte in de trein, bij elk station gingen er wel een paar mensen uit.  
Het uitzicht onderweg was echt prachtig!  

Wij stapten uit bij het  bergdorpje Haputale om daar Lipton’s Seat te bezoeken, één van de bezienswaardigheden van dit gebied.
Lipton’s Seat is een uitkijkpunt waar Thomas Lipton (bekend van de thee) vroeger zat om de werkers in plantages in de gaten te houden. 
 
De volgende ochtend stond er een tuk tuk chauffeur op ons te wachten om ons naar Lipton’s Seat te brengen. 
De laatste 1,5 kilometer naar Lipton’s Seat moesten we lopend in het donker afleggen. Het was koud en mistig, maar gelukkig waren we daar dit keer wel op gekleed. 
Aangekomen bij Lipton’s Seat trok de mist weg en zagen we de theeplantages tevoorschijn komen. We werden beloond met een prachtig uitzicht! 

Vanaf Lipton’s Seat liepen we terug naar het dorp, wat ongeveer zeven kilometer zou zijn. Onderweg zagen we kinderen tussen de theeplantages rennen, onderweg naar school. 
Na een paar kilometer lopen kwamen we uit bij een thee fabriek waar we ter plekke een rondleiding boekten. Deze fabriek is gebouwd door Thomas Lipton. We roken de geur van theebladeren meteen toen we binnen kwamen! 
De rondleiding was heel interessant. We hadden nooit gedacht dat de bladeren vanaf het plukken zo veel fasen doorlopen totdat het in het theezakje terecht komt. 

Ella

Ella was onze eerste bestemming tijdens het backpacken in Sri Lanka waar we veel andere reizigers tegen kwamen. 
We verbleven bij Secret Nest, op een half uur lopen vanaf het centrum. 
In het centrum van Ella zijn de accommodaties een stuk hoger geprijsd en deze homestay is alsnog dichtbij de bezienswaardigheden.  
 
In Ella hadden we eindelijk beter weer, geen regen meer, dus we besloten lopend naar de Rawana waterval te gaan, in plaats van met de bus. 
Na 1,5 uur in een mooie omgeving gewandeld te hebben, kwamen we bij de waterval aan. Vanuit de bus hadden we niet zulke mooie foto’s kunnen maken! 
De waterval was heel mooi en hoog, maar zwemmen is daar verboden door (dodelijke) ongelukken uit het verleden. 
Op de terugweg kozen we wel voor de bus, want dat was vooral bergopwaarts. 
 
De volgende morgen ging de wekker al om vijf uur omdat we Little Adam’s Peak wilden gaan beklimmen. Ons plan was om met zonsopkomst boven op de berg te staan.  
Op de heenweg kwamen we andere reizigers tegen met een aantal honden om zich heen, blijkbaar waren die met hen meegelopen.  
Op een gegeven moment liepen de anderen een stuk voor ons en bleven de honden bij ons lopen. Dat vonden we soms een beetje eng, vooral als ze elkaar aanvielen.  

Na een half uur lopen stonden we bovenop de top van Little Adam’s Peak. We moesten nog even wachten op de zon, die kwam langzaamaan door. 
Het uitzicht was de vroege wekker en de klim meer helemaal waard! 

Na een wel verdiend ontbijt bij de homestay liepen we door naar één van de andere bezienswaardigheden van Ella, de Nine Arches Bridge.
Deze brug is jaren geleden door de Britten gebouwd door gebruik te maken van rot
sen en stenen. Op de brug is een treinspoor gebouwd dat tussen Demodora en Ella loopt.  
 
Wij bekeken de brug vanaf het uitkijkpunt bij Ashanka Cafe. Hier hadden we een goed uitzicht over de brug onder het genot van een huisgemaakte smoothie. 
Daarnaast kun je de brug vanaf hier beter zien dan wanneer je bij het spoor staat. 
Elk half uur rijdt er een trein langs, maar de eigenaar van het café bij het uitkijkpunt weet precies op welke tijden de trein langs rijdt. 
Vooral als de trein langs rijdt, kun je mooie foto’s maken van de Nine Arches Bridge. 

Tips voor eten & drinken in Ella 
Adams Breeze, dit tentje zat vlakbij de homestay, serveert goed en betaalbaar eten 
Nanda Restaurant, de maaltijden worden hier met aandacht gemaakt en aan tafel gebracht, je kunt hier ook een kookcursus volgen 
Matey Hut, goede Sri Lankaanse maaltijden, biedt ook kookcursussen aan 
 

Udawalawe

We werden in Ella weer door de eigenaren van de homestay met een tuk tuk naar het bus station gebracht. 
Na een bus reis van vier uur kwamen we bij ons verblijf Pearl White Villa  in Udawalawe aan. 
Hier werden we weer ontvangen met lekkers: huisgemaakte smoothiesverse mango en crackers. 
 
De volgende morgen stond er al om kwart voor zes een jeep voor ons klaar om ons mee te nemen naar Udawalawe National Park. 
Bij de ingang van het park stonden er al veel jeeps met toeristen te wachten, terwijl we dit park hadden gekozen omdat het rustiger zou zijn dan Yala National Park. 
Gelukkig was het onderweg in het park zelf niet druk. 
In het nationale park zagen we (roof)vogels, een varaan, een kameleon, buffels en een krokodil in het water, herten, een luipaard (op afstand) en natuurlijk olifanten die overal in het park rondlopen. 
Toen we terug kwamen bij de homestay stond er een uitgebreid ontbijt voor ons klaar. 

Ons verblijf zat
 ver bij voorzieningen vandaan, maar gelukkig konden we er ook hier weer voor kiezen om het ontbijt (inclusief bij de overnachting) en het diner (tegen betaling) bij de homestay te nuttigen. 

 

Mirissa

Na drie redelijk normale bus ritten kwamen we aan in Mirissa. Het gedeelte van de bus reis waar we langs de kust reden was overigens prachtig om te zien! 
We verbleven in Mirissa bij Sayuri Guest and Cool Bar vlakbij het centrum.  
De hoofdstraat van het dorp vonden op het eerste gezicht we niet heel levendig. Er waren wat eettentjes en souvenir winkeltjes.  
 
De volgende dag gingen we meteen naar het strand, daar waren we wel aan toe aangezien we tijdens het backpacken door Sri Lanka alleen nog het binnenland hadden bezocht. 
We liepen over Mirissa Beach tot het einde waar we niet meer verder konden en dronken een huisgemaakte lassie bij Island Bar. Lassie is een soort smoothie gemaakt met melk, yoghurt, fruit en suiker of zout. 
 
Later op de dag liepen we naar Secret Beach. Dit strand bereik je door een steile heuvel op te lopen. 
Het was even klimmen, maar we werden beloond met een paradijs. 
Op Secret Beach was er maar één bar en de andere bezoekers waren op twee handen te tellen. 

De volgende morgen besloten we vroeg op te staan en hardlopend naar het strand te gaan, om daar de zonsopkomst te bekijken. 
Aan het einde van het strand zijn we naar Parrot Rock gelopen om wat oefeningen te doen en te genieten van het uitzicht daar. 
De rest van de dag hebben we op het strand gelegen, gesnorkeld en gegeten bij Aloha Art Gallery. 
Aloha Art Gallery was ons eerste bezoek aan een westers café tijdens het backpacken in Sri Lanka. We gingen voor chia pudding, cinnamon toast en een omelet met kaas. 
De tante van Sayuri (de eigenaresse van het guesthouse) heeft een accommodatie met een mooi uitzicht, waar we heen mochten komen om de zonsondergang vanaf daar te zien. 
 
We wilden graag nog een keer surfen tijdens deze backpack reis, dus de volgende ochtend besloten we een scooter te huren en naar Weligama te rijden. Vanaf Mirissa reden we in zo’n tien minuten naar Weligama. 
Het strand in Weligama is één langgerekt strand, dat populair is bij surfers. De golven hier zijn ook geschikt voor beginnende surfers. 
In de straat die langs het strand loopt zitten een aantal surfscholen gevestigd. 
We besloten toch maar weer een les te nemen, want onze eerste surf poging toen we aan het backpacken waren op Bali was inmiddels alweer een paar maanden geleden. 
We lagen na een korte instructie ongeveer één uur in het water en dat was precies lang genoeg voor ons. Soms waren er best wel hoge golven waardoor we onder water moesten duiken en terug gespoeld werden naar het strand, waardoor we weer opnieuw de zee op moesten peddelen.  

Unawatuna

Na een bus rit van ongeveer één uur kwamen we aan in Unawatuna. 
We maakten een wandeling op het hoofdstrand naar het einde van de baai. 
Op het dit strand kun je een aantal leuke strandtenten vinden. Wij vonden de sfeer hier fijner dan in Mirissa. 
Wij dronken wat bij één van de strandtenten en liepen terug richting ons verblijf om bij Maty Gedara gaan eten, een eettentje dat daar tegenover zat. 
Bij Maty Gedara aten we voor de eerste keer tijdens het backpacken in Sri Lanka van een buffet waarvan we zelf op mochten scheppen. Het eten was hier zo lekker en vers 
 
Ook in Unawatuna bezochten we een verscholen strandje, genaamd Jungle Beach. 
Om bij dit strand te komen moesten we eerst een steile heuvel op en af lopen en vervolgens liepen we dwars door de jungle. 
Jungle Beach is een paradijselijk strand gelegen in een baai, waardoor er nauwelijks golven zijn. Het is daarom ook een goede plek om te snorkelen. 
Wel was het hier wat drukker dan we hadden verwacht.  
 

Galle

Vanuit Unawatuna bezochten we het stadje Galle. Dit stadje is één van de grootste bezienswaardigheden van Sri Lanka. In Galle ligt er nog een oud Nederlands fort, dat op de Unesco Werelderfgoedlijst staat. 
In het fort bezochten we de Nederlandse kerk en liepen we een rondje om het fort heen, om te eindigen bij de witte vuurtoren.

 

Hikkaduwa

Vanaf Unawatuna reisden we met de lokale bus via Galle naar Hikkaduwa. 
Het strand in Hikkaduwa is een stuk smaller en er waren hoge golven. 
Bij vloed was het zelfs niet mogelijk om de strandtentjes te bereiken zonder dat we natte voeten kregen.  
Onze tip: ’s Avonds kun je in Hikkaduwa (romantisch) dineren op het strand. De maaltijden zijn wat prijziger dan bij andere restaurants die niet aan het strand liggen, maar het is wel een unieke ervaring!  
 
De volgende dag bezochten we het Tsunami Photo Museum. Het museum is gevestigd in een oud huis waarvan alleen de muren na het tsunami zijn blijven staan. 
Wij vonden het foto museum heel indrukwekkend om te zien, wellicht ook omdat het tsunami nog niet heel lang geleden heeft plaatsgevonden. 
Doordat de verhalen met stift waren geschreven vonden wij het nog persoonlijker. 
De familie waarvan het huis was, loopt rond in het museum en vertelt over hun ervaringen tijdens en na het tsunami. 
Sri Lanka is na Indonesië het meest getroffen land met 50.000 slachtoffers. 
Er wordt geen entree voor het museum gevraagd, maar een donatie wordt wel gewaardeerd. 
 
Vanaf het museum bezochten we de schildpadden opvang Turtle Hatchery HikkaduwaWe kregen hier een rondleiding en de verzorger vertelde hoe de ze bij de opvang te werk gaan. 
De schildpadden zitten in de opvang omdat ze bijvoorbeeld aangevallen zijn door een haai, verstrikt zijn geraakt in visnetten of plastic hebben gegeten. 
De medewerkers vangen de gewonde schildpadden op, verzorgen ze en wanneer het mogelijk is laten ze de dieren uiteindelijk weer vrij. 
De kleine schildpadden worden na een paar dagen in de zee uitgezet, maar de grotere schildpadden zitten er vaak een langere tijd omdat ze stap voor stap weer moeten leren om zelf op zoek te gaan naar voedsel.  
 
De laatste dagen tijdens het backpacken door Sri Lanka hebben we extra genoten van de zon, het strand en de Sri Lankaanse maaltijden. 
Franklin huurde hier nog een surfboard, maar de golven zijn hier wel meer geschikt voor gevorderden. 

De accommodaties die we in Sri Lanka boekten, waren over het algemeen wat prijziger dan in de landen die we in Zuidoost- Azië bezocht hebben, maar daarentegen zat het ontbijt vaak bij de overnachting inbegrepen. 
Extra tip als je kennis wilt maken met de lokale keuken: Aan het begin van onze reis door Sri Lanka kregen we weleens een westers ontbijt, maar als we vraagden of we een Sri Lankaans ontbijt mochten was dit vaak geen probleem! Het ligt er natuurlijk aan waar je voorkeur naar uit gaat ;). 
 
Extra tip van ons: In Sri Lanka schudden ze hun hoofd als ze ‘ja’ bedoelen, het tegenovergestelde van wat wij gewend zijn. 
Ook merkten we dat sommige Sri Lankanen constant met hun hoofd schudden wanneer ze praten. Dit kan best verwarrend zijn als je bijvoorbeeld vraagt of je in de juiste bus zit of als je wilt weten of de bus ergens stopt. 
 

Als je graag nog meer tips voor jouw backpackreis door Sri Lanka wilt of vragen hebt, laat dan hieronder een reactie achter, stuur ons een bericht via Instagram @wanderlovers.nl of stuur een mail naar info@wanderlovers.nl

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *